Schatkistbankieren
De overtollige middelen zijn volgens de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden ondergebracht bij het Agentschap van de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën. Onderstaande grafiek laat het saldo per einde van de maand zien over 2019. De standen zijn in miljoen euro weergeven in de onderstaande tabel:
In 2019 is het saldo van de liquide middelen bij de schatkist met € 138 mln. gedaald. Deze afname komt onder meer door de investeringsuitgaven voor het programma Bereikbaarheid Openbaar Vervoer. De toename van liquide middelen in juli komt door de uitbetaling van de opgeschorte uitkering uit het provinciefonds door het niet op tijd inleveren van de jaarrekening 2017 bij de toezichthouder. In december zijn onder meer projectsubsidies en bijdragen aan andere partijen uitbetaald.
Er resteert nog één obligatie met een eindwaarde van € 25 mln. die in 2022 afloopt. Hierdoor zal het schatkistbankieren in 2022 met € 25 mln. toenemen
Drempelbedrag schatkistbankieren
Om de staatsschuld te beperken moeten decentrale overheden liquide middelen aanhouden in de schatkist bij het Rijk of uitzetten bij medeoverheden. Om het cashmanagement van de decentrale overheden niet te veel te verstoren mogen de decentrale overheden een beperkt positief saldo op de bankrekeningen aanhouden. Gemiddeld per kwartaal mag dit saldo niet meer zijn dan een vastgesteld drempelbedrag. Het drempelbedrag is gerelateerd aan de omvang van de begroting – 0,75% over de eerste schijf van € 500 mln en 0,2% voor alles daarboven. Het drempelbedrag voor de provincie Utrecht kwam voor 2019 uit op € 3,6 mln.
Omschrijving (bedrag x € 1 mln) | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
|---|---|---|---|---|
Drempelbedrag (€ 481 mln. * 0,75%) | 3,6 | 3,6 | 3,6 | 3,6 |
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen | 0,6 | 0,6 | 1,0 | 0,8 |
Ruimte onder drempelbedrag | 3,0 | 3,0 | 2,6 | 2,8 |