Kasgeldlimiet
De norm voor hoeveel kasgelden mogen worden opgenomen, is bepaald in de kasgeldlimiet van de Wet Financiering decentrale overheden (wet Fido) . De limiet is een bedrag ter grootte van 7% van de jaarbegroting van de provincie aan het begin van het jaar. Het uitvoeren van het treasurybeleid is in 2019 binnen deze norm gebleven. De overschrijding van de kasgeldlimiet was niet aan de orde, omdat in 2019 ook geen kasgeldleningen nodig waren.
Renterisiconorm
Het renterisico op langlopende leningen wordt berekend volgens de renterisiconorm van de Wet Fido. Wijzigingen in een langlopende leningenportefeuille worden getoetst aan een drempelbedrag voor de renterisiconorm. De drempel is voor de provincie 20% van het begrotingstotaal aan het begin van het jaar. De provincie is net als in voorgaande jaren in 2019 geen langlopende leningen aangegaan. Een overschrijding van de renterisiconorm is daarom niet aan de orde.